Uit een onderzoek van 113 Zelfmoordpreventie en het Expertisecentrum Euthanasie blijkt dat met name jonge vrouwen euthanasie aanvragen. Deze vrouwen komen vaak al jong, gemiddeld rond de elf jaar, in aanraking met de psychiatrie. Daarnaast hebben deze vrouwen op het moment dat ze een aanvraag doen dikwijls al een lang en onsuccesvol zorgtraject achter de rug. Vaak krijgen zij hierbij, impliciet of expliciet, de boodschap dat ze niet meer te helpen zijn; ze zijn uitbehandeld. Romy is een van deze vrouwen en in de tweedelige podcast genaamd ‘Het jaar dat ik dood zou gaan’ van NRC Vandaag vertelt zij haar verhaal.
‘Mensen vonden mij vooral lastig’
In de podcast vertelt Romy dat zij als kind seksueel misbruikt is. Hierdoor zijn alledaagse handelingen, die voor de meesten van ons vanzelfsprekend zijn, voor Romy een grote uitdaging. Romy beschrijft bijvoorbeeld in de podcast dat douchen of het poetsen van haar tanden voor haar bijna ondragelijk is, het doet haar namelijk denken aan haar trauma’s. Naar aanleiding van zelfbeschadigend gedrag komt Romy in haar tienerjaren in de psychiatrie terecht. Wat volgt zijn een eindeloze reeks van psychiatrische opnames. Romy vertelt dat zij tijdens deze opnames nooit echt haar hele verhaal heeft durven vertellen, ze schaamde zich te erg en was bang dat ze weggestuurd zou worden.
‘Het leven is voor mij niet weggelegd.’
De gevolgen van de traumatische ervaringen zijn voor Romy zo alomvattend, dat zij niet meer verder wil leven. Romy vraagt euthanasie aan bij het Expertisecentrum Euthanasie en na een lang traject wordt haar aanvraag goedgekeurd. De dag van haar dood breekt aan: Romy heeft afscheid genomen van haar dierbaren en buiten staat de lijkwagen klaar. Maar dan besluit Romy toch voor het leven te kiezen, of, zoals Romy het zelf zegt in de podcast, niet voor de dood te kiezen.
Romy kiest niet alleen niet voor de dood, maar maakt daarnaast ook de keuze om haar traumabehandeling voort te zetten. Ze vertelt hierover dat zij tijdens deze behandeling voor het eerst haar hele verhaal heeft durven delen. Daardoor kon na lange tijd de onderliggende oorzaak van haar klachten behandeld worden, in plaats van alleen maar de symptomen. Romy maakt hierdoor grote sprongen in haar behandeling, al gaat dat met vallen en opstaan.
‘Ook al heb je maar een klein sprankje hoop, dat kan toch uitgroeien tot een groter iets.’
Uit het verhaal van Romy blijkt hoe belangrijk het is dat iemand zich binnen de therapeutische relatie veilig genoeg voelt om zijn of haar verhaal te delen. Het vertrouwen dat voortvloeit uit deze veiligheid zorgt ervoor dat de onderliggende oorzaak van de klachten vroegtijdig onderkent kan worden, wat een snellere inzet van de juiste behandeling mogelijk maakt. Veel toekomstig psychisch leed kan hiermee voorkomen worden. Maar hoe ontstaat dat gevoel van emotionele veiligheid bij de cliënt? En waarom is het eerdere behandelaren in het geval van Romy niet gelukt deze veiligheid te bieden?
Bij InPetto zien wij het bieden van deze emotionele veiligheid en daarmee het opbouwen van vertrouwen als maatwerk, wij streven ernaar continu af te stemmen op de persoonlijke kenmerken van de cliënt. Het startpunt is echter altijd hetzelfde: oprechte aandacht en interesse voor ieders verhaal. Vanuit deze visie maken wij een vroegtijdige onderkenning mogelijk. Hierdoor kan escalatie van de klachten, bijvoorbeeld in de vorm van suïcide, veelal voorkomen worden. Sluit dit aan bij jouw visie? Vul dan ons contactformulier in: https://inpetto-jeugdggz.nl/contact/